De scandata bestaat uit een grote puntenwolk. Deze wolk kan omgevormd worden naar gesloten vlakken.
Iedere lasermeting van de scanner levert 1 meetpunt op in een 3D-stelsel. De scanner creëert in korte tijd een enorme puntenwolk doordat de laser alle objecten registreert die reflecteren. Het is niet eenvoudig om met zo’n zwaar bestand te werken in een tekenprogramma. Daarom zal men de puntenwolk eerst moeten bewerken.
Van zware puntenwolk naar lichte 2D onderlegger
We kunnen tegenwoordig heel veel met een puntenwolk. Het is geen onhandelbaar zwaar bestand meer. Iedere scanpositie geeft een hoeveelheid data. De data van alle standpunten kunnen samengevoegd worden tot een totaal 3D object. Het bestand bestaat dan nog steeds uit allemaal losse punten. We maken snedes in deze wolk waardoor we 2D-onderleggers krijgen. Deze 2D-puntenlijnen kunnen gebruikt worden als onderlegger om overheen te tekenen.
Van 3D-punten naar 3D-vlakken
Als alle punten met elkaar verbonden worden door lijnen dan krijgen we vlakken. Dit hoeven we natuurlijk niet zelf te doen. Speciale software verricht deze taak en maakt razendsnel van alle punten vlakken. Het product van deze bewerking noemen we een mesh. Nu is de basis gelegd voor het opwerken van een 3D-model. De mesh kan ingeladen en gerenderd worden in een tekenpakket tot een strakke gesloten vorm. De verschillende stappen zijn te zien in de pagina; van pointcloud naar vlakken.